Al enige tijd ben ik bezig met de gedachte om foto albums te gaan maken van mijn tijd in Ecuador.
Eén per levensjaar van zoonlief Wayra en een mooi boek over Ecuador met de plekken waar we woonden, de natuur, onze hostels, de mensen.
Inmiddels zijn we twee en een half jaar terug en al die foto’s en stapels met brieven lagen nog op me te wachten. En ineens was er ruimte en blijkbaar ook rust om hiermee aan de slag te gaan. Eerst een selectie gemaakt om af te drukken. Gewoon afdrukken en lekker plakken en knippen, fijn vind ik dat. Gister kon ik 300 foto’s ophalen. Twee levensjaren, nog niet helemaal compleet.
En terwijl ik door de foto’s ging en ze op volgorde legde snapte ik ook direct waarom ik dit niet eerder had gedaan.
Hier zit lading aan.
Ik zocht door een doos naar kaartjes en tekeningen om toe te voegen en voordat ik het wist zat ik tussen stapels foto’s een oud dagboek fragment te lezen. Over de dood van Angel, het broertje van Jose Luis (vader van mijn zoon) dat inmiddels 6,5 jaar geleden is overleden. Pats boem, zomaar. Eenentwintig jaar. Hij woonde bij ons, werkte met ons. En van de een op de andere dag was hij weg. Nog steeds weten we niet wat daar toen gebeurd is en dat zullen we ook nooit weten. Het stukje uit mijn dagboek ging over onmacht, over boosheid op hem, op iedereen, over er niks van begrijpen. Totale verwarring.
En nu zes en een half jaar later kon ik het teruglezen. Ik kon voelen wat ik toen voelde zonder er bang voor te zijn. Zonder bang te zijn voor de emoties die er bij horen. Ik las het, glimlachte, allemachtig wat is er veel gebeurd in de jaren erna.
Het was ontzettend verdrietig en schokkend wat daar toen gebeurde.
En het heeft mijn leven op z’n kop gezet.
Dus 30 jaar verder zal ik er vast nog wel een traan om laten. Maar de traan is nu anders. Het is acceptatie, het is vertellen aan Wayra over zijn oom en ons leven daar. Het is voelen dat je geraakt wordt zonder schuld, zonder boosheid. En dit gevoel even door je heen laten razen, het mag er zijn. Angel was tenslotte een prachtvent die nu niet meer bij ons is.
Uiteindelijk kwam ik terug bij het jaar waar ik mee bezig was, 2011-2012. Nog een jaar waar veel over te vertellen valt. Veel foto’s van Wayra als kleine dreumes tussen de één en twee jaar. Pittige tijd, net weg bij zijn vader. Ik alleen in Ecuador met een klein kindje. Woest was hij in de die leeftijd, gillende scene’s voor het slapen gaan. Mooie momenten ook, bijvoorbeeld aan het strand. Twee weken na de breuk met zijn vader besloot ik alleen met Wayra op vakantie te gaan. Samen op een leeg strand. Eindeloos wandelen met de wandelwagen.
De vakantie met mijn hele familie die over was uit Nederland. Uniek moment eigenlijk. Samen met Wayra naar Nederland, waar ik besloot weer in Nederland te gaan wonen.
Hierna zes maanden in Ecuador keihard gewerkt om alles te regelen en rond te krijgen en december 2012 vlogen we met zes tassen terug naar Nederland.
Al kijkend naar de foto’s kwamen ook de herinneren waar geen foto van was.
De weekenden dat Wayra naar zijn vader ging en hoe moeilijk ik dat vond. Diezelfde weekenden die ik zo nodig had om voor mezelf te zorgen. Dit was de tijd van groepsworkshops, lichaamsgericht therapie, zweethutten. Mooi en heftig. En werken, allemachtig wat heb ik hard gewerkt in die jaren.
Vanochtend zat ik samen met Wayra door het boek te bladeren. Hij vroeg van alles, was blij, vond het leuk om te zien en de verhalen te horen. En behalve dat ik dit graag wil doen voor hem, zodat hij later dit terug kan zien besef ik ook hoe goed dit is voor mij. Het op een andere manier doorleven van een tijd. Opruimen ook. Met zachtheid, mildheid naar mezelf. En af en toe een traan latend. Toen was toen en nu is nu. Het mag er zijn, het hoort bij mij en mijn leven.
Benieuwd hoe jij dit doet? Bekijk je nog wel eens foto’s uit een moeilijke tijd? Kun je er aan terug denken of kijken en accepteren wat er is gebeurd? Of voel je nog veel verdriet en boosheid?
Laat het me weten!