Een doordeweekse donderdagmiddag op een massagetafel.
Ik kwam om “even” te voelen wat mijn lijf er van vond. Van alle gebeurtenissen in mijn leven de afgelopen maanden.
En nadat het niet gezien kleine meisje in mij zich even liet gaan, wat op zich al vrij pijnlijk was, voelde ik ineens nog een andere laag. Nog dieper, donkerder. Pantser omhoog, lijf op slot. Weerstand. Rustig, het is maar een golf. Blijf zacht. Rustig. Nieuwsgierigheid toch ook.
Punten in mijn lijf worden aangeraakt, mijn hoofd vraagt zich af waar dit heen gaat. Alarmbellen gaan af. En dan ineens is het er. Niet meer tegen te houden. En ik wil het ook niet.
Rode, bloedhete woede.
Vrouwen die op elkaar inhakken. Veel woedende vrouwen. Ze gillen en brullen. “Zie je wel, je kunt het niet. Je kunt het niet. Je bent niks waard. Je hebt het weer gedaan. Ze slaan, stappen en gillen van woede. Je kunt het niet.”
Happend naar adem stamel ik, “dit is heel groot, dit is veel groter dan ik alleen”. Pijn die al generaties terug gaat. Pijn die veel meer is dan alleen mijn pijn. Woede, rode woede van vrouw op vrouw. Niet naar de man, naar de vrouw! Minachting, woede, teleurstelling van vrouw naar vrouw, van moeder naar dochter.
En toen het duidelijke besef. De onbewuste boosheid op die ander, de boosheid naar de man heeft alles en dan ook alles te maken met de boosheid op mijzelf. Ten diepste bloedrode woede naar mij en mijn vrouwzijn. Minachting op mijn afhankelijkheid, op mijn vrouwelijkheid, zachtheid, gevoeligheid, seksualiteit, creativiteit.
“Zie je wel, je kunt het niet. Zie je wel, je bent er weer ingetrapt, omdat je liefde wilde. Zie je wel dat als je echt gaat staan, je weer alleen achterblijft. Zie je wel…”
En ook al zou je aan de buitenkant wellicht niet zeggen, ook ik projecteer onbewust deze woede en minachting naar buiten. Naar de ander. Maar deze boosheid hoort niet bij de ander, deze hoort bij mij. Helemaal bij mij. En ik kan lullen als brugman en analyseren wat ik wil, maar bij deze kom ik niet vandaan. Hoe graag mijn hoofd dat ook wil. Dit gaat over volledig verantwoordelijkheid nemen voor mijn leven en keuzes.
Wat neem ik hier uit mee?
Dat ik zelf eigenaar mag zijn van mijn woede. Ik als sterke vrouw die het allemaal toch zo goed weet. Ik praat me zo ongeveer overal uit. Analyseer me suf samen met geweldige sterke andere vrouwen. We klagen samen over mannen die ons niet begrijpen, ons niet kunnen volgen. We vragen ons af of er wel mannen zijn die sterk genoeg zijn. Mannen waar we alles waarheid kunnen laten zijn, al onze boosheid, al ons verdriet.
En dat is nogal wat wat we daar vragen. Wat ik daar vraag. En deze vragen mogen eerst en altijd naar mijzelf: durf ik mijn eigen verdriet wel onder ogen te zien, ook het hele oude verdriet? Durf ik mijn eigen boosheid wel aan? Durf ik mijn eigen kracht wel aan?
En zolang ik blijf wijzen naar buiten is het antwoord slechts een simpel nee.
En daar kunnen die al boze vrouwen diep bij mij van binnen dan weer rustig op los timmeren en daarmee kan ik met mijn patser hard als staal als stoere, volwassen vrouw weer de wereld aan…. en blijft de cirkel doordraaien. Blijven mijn relaties lopen zoals ze altijd liepen.
Het is zo paradoxaal. We denken dat we volwassen en bewust bezig zijn. We analyseren veel, denken en praten en ondertussen vallen we in een eeuwenoude valkuil. Want wie is er nu eigenlijk boos op wie?
En terwijl ik dit schrijf, leunend tegen een boom, toet in de zon, op een lome, heerlijke herfstige zondagmiddag in het bos, besef ik me wederom dat het tijd is om het anders te doen. Het mag zachter, zoveel zachter.
Juist door ruimte te geven aan deze boosheid, aan deze pijn, kan alles weer gaan stromen.
Kan het oplossen/versmelten in de ruimte die we allemaal zijn. En vanuit daar stroomt ook geluk en liefde. Dus nee, het gaat niet slecht met mij, sterker nog het gaat goed! Ik ben wederom dankbaar voor alles wat zichtbaar is geworden en dankbaar naar de vrouwen en mannen in mijn leven zodat dit zichtbaar kon worden. Dit proces stopt nooit, er zijn altijd weer lagen te ontdekken en dit lag er nu op mij te wachten.
Laten we elkaar ruimte geven om dit te voelen in plaats van ons te verschuilen. Laten we stilstaan bij deze collectieve pijn, die van generatie op generatie is doorgegeven. Die niet alleen vrouwen raakt, maar net zo goed de mannen. Laat het zien aan de man maar maak hem er niet de eigenaar van. Mannen mogen ook in hun eigen spiegel kijken en daar eigenaar zijn.
En laten we vooral samen kijken en ontdekken wat er gebeurt in de dynamiek. Niet los van elkaar op een eiland. Blijf kijken in de spiegel die de ander is. Met zachtheid naar jezelf en elkaar. En blijf vooral ook spelen, lachen, vrijen, dansen en genieten van alle mooie dingen van het leven. Ga dwalen door het bos als je kunt.
Zoek je eigen waarheid. Blijf nieuwsgierig. Er is altijd weer iets nieuws te ontdekken.
Liefs, Katrien